Krishna komt uit Bombay en haar vader is een civiel ingenieur. Vast van plan om niet in zijn voetsporen te treden dacht ze een luchtvaart ingenieur te worden. Maar geleidelijk aan werd architectuur een aantrekkelijker optie. Na haar middelbare school bestond de kans om aan beide studies te beginnen, zo kon ze altijd nog kiezen.
‘In ons vijfjarige bachelor besteedden we de eerste twee aan de studie van zelforganiserende systemen in de natuur en de patronen en dynamiek daarin. Zoals in een school vis, in zeeschelpen en broccoli. En toen we in het derde jaar kennis maakten met parametrisch ontwerpen, was dat een soort thuiskomen! Ik had de helderheid van wiskunde en natuurkunde gemist.’
De bouwkunde faculteit was erg internationaal van karakter, met veel buitenlandse hoogleraren ze wist dus precies waar ze haar onstuimige leergierigheid verder kon botvieren: aan de TU Delft , op de afdeling robotica building, voorheen, Hyperbody. Al snel was ze honor student en lid van een team dat maanwagentjes ontwierp. Haar afstudeerproject ging over de inzet van soft robotica om mensen te gidsen en coachen en contact te maken in een programma om een voormalige scheepswerf in Vlissingen her te bestemmen als cultureel centrum.
ZJA is een logische plek voor haar om te werken. Volgens haar is het zeldzaam dat een architectenbureau computational design niet af en toe gebruikt als handig instrument, maar als prioriteit heeft en zelfs een voorkeur heeft voor dat ontwerp model
‘Het is een heerlijke sfeer om in te werken met zoveel kansen om meer onderzoek te doen. Plus, ik heb de kans samen te werken met parametrisch ontwerpers die tot de top van het vak behoren en de perfecte balans tussen techniek en ontwerp vertegenwoordigen. Ik kan zoveel leren! Maar de architectuur gaat hier ook vooral over de circulatie van mensenstromen, het scheppen van openbare ruimte en het vormgeven van de beleving van de gebruikers, en dat is ook belangrijk voor me.’
Om haar lichaam te ontspannen en de geest leeg te maken gaat ze graag hardlopen.