Heejin groeide op in Seoul, Zuid-Korea, en is echt een grote stadsmens. Als kind woonde ze een tijd in een andere grote stad, Singapore, vanwege haar vaders werk. Al was het er wel erg warm, het wekte haar nieuwsgierigheid naar andere landen en vreemde culturen. Architectuur studeren voelde als een logische keus.
‘Ik was altijd al iemand die hield van denken en het gebruik van mijn verbeelding, maar het mooiste is toch als die ideeën zich tonen in de fysieke wereld. Als het concreet wordt en de omgeving zichtbaar verandert. In architectuur komen denken en realiseren samen. En het is ook een duidelijk en concreet vak’.
Haar nieuwsgierigheid bracht haar naar de TU Delft, waar ze zich vooral bezig hield met de transformatie van erfgoed, van naoorlogse woningbouw tot industriële gebouwen. Wat haar aan Nederlandse architectuur het meest interesseerde was dat ook infrastructuur hier een kwestie van ontwerpen is. Dat is anders in Zuid-Korea.
‘Zo kwam ik bij ZJA terecht, omdat het daar bijna altijd gaat om ontwerpen voor iedereen, voor publieke opdrachtgevers. Het zijn projecten die voor alle stadsbewoners de omgeving bepalen en hopelijk beter maken. Bovendien vind ik het samenwerken met ingenieurs en landschapsarchitecten heel boeiend. Ik deed mee aan het lightrail project voor Zuid-Korea en dat was echt een eyeopener. Zo boeiend, dat een architect bij zo’n grootstedelijk project zoveel aspecten in zijn ontwerp verwerkt’.
Ze woont in Rotterdam, waar ze zich inmiddels helemaal thuis voelt, omdat het een dynamische, grote stad is, zonder oud centrum. In haar vrije tijd maakt ze lange fietstochten en wil ze graag leren programmeren.