13.12.2019
Op 4 december 2019 overleed Moshé Zwarts op 82 jarige leeftijd.
Hij werd geboren in 1937, in Haifa, in het toenmalige Palestina. Hij was het enige kind van Amsterdamse ouders, die vanuit hun zionistische overtuiging naar het Engelse protectoraat waren geëmigreerd. In 1939 keerden ze, enigszins gedesillusioneerd, terug naar Amsterdam. In de Tweede Wereldoorlog werd het gezin door de Duitsers weggevoerd van Westerbork naar Bergen-Belsen, maar wist, na te zijn bevrijd door het Russische Rode Leger, terug te keren naar Nederland. Daar werden ze opgevangen in de catacomben van het Amsterdamse Centraal Station, een kille ontvangst die de achtjarige jongen niet zou vergeten.
Bouwkunde
Na de HBS ging hij bouwkunde studeren aan de TU Delft, en werd een bewonderaar van Van Eesteren en Van den Broek, bij de laatste studeerde hij in 1963 cum laude af met een groots ontwerp voor een Nieuw Schiphol. Om het ontwerp van de luchthaven, die in zijn plan drie miljoen bezoekers moest verwerken, werkelijk doelmatig te maken liet hij de computers van de TU Delft en de Leidse Universiteit 48 uur rekenen aan de beste ligging van de gates, de routes en de beste transportmethode van de mensen. Hij was de eerste die computers voor een bouwkundig ontwerp inzette.
Dat kan als typerend voor Moshé’s denkwijze gelden: nuchter, maar onconventioneel, als het moet tegendraads en taboe-doorbrekend, en altijd op basis van rationeel onderzoek naar verbetering streven. Hij omschreef zichzelf als een optimist voor wie de voordelen van technologische vernieuwing, wetenschap, hygiëne en rationele planning onomstotelijk vast stonden. Zijn optimisme omvatte ook het menselijk vermogen zichzelf te ontwikkelen, en door het verwerven van kennis en cultuur betere levensomstandigheden te bewerkstelligen voor zichzelf en anderen.
Hoe abstract zijn werk ook kon worden, hoezeer zijn enthousiasme ook verbonden was met wiskundige, constructieve en technologische ontdekkingen, bij al zijn ontwerpen vormde het leven van gewone mensen het uitgangspunt. Het ontwerpen en bouwen diende het alledaagse leven beter te maken.
Zijn eerste baan vond hij bij Shell Plastics Laboratorium waar hij onderzoek deed naar het radicaal vernieuwen van de woningbouw, door de inzet van plastics en een industriële opvatting van het bouwen. Sneller, betere en betaalbare huizen bouwen dat moest kunnen, als je maar grondig en kritisch alle vaststaande opvattingen over ontwerpen en bouwen betwijfelde en de nieuwe mogelijkheden en materialen onderzocht.
Hoogleraar en ZJA
Er waaide een nieuwe wind aan de Nederlandse Technische Universiteiten en ook daar zag men het potentieel van Moshé’s combinatie van constructief-wiskundige creativiteit, het vermogen complexe situaties om te denken in rationele vraagstellingen en zijn nuchtere, praktijk-gerichte nieuwsgierigheid. In 1969 werd hij lector en wat later de eerste hoogleraar Bouwmethodiek aan de TU Eindhoven. Vanaf 1982 bekleedde hij ook een vergelijkbare leerstoel aan de TU Delft.
Moshé Zwarts was een individualist, die ook de koers van zijn loopbaan op grond van heel eigen overwegingen koos. Hij zou zijn pensioen als hoogleraar niet halen. Tegen het eind van de jaren tachtig werd het verlangen weer zelf te ontwerpen, al doende ontdekkingen te doen en die te realiseren, groter en groter. De experimenten en ontwerpen die hij in zijn eigen werkplaats ontwikkelde raakten verbonden met vragen en opdrachten waarmee men hem benaderde.
In januari 1990 richtte Moshé, op 52 jarige leeftijd, samen met Rein Jansma een architectenbureau op, ZJA Zwarts & Jansma Architecten. Rein is de zoon van een van Moshé’s grootste vrienden, Arie Jansma, een man die voor de tweede wereldoorlog een avontuurlijk communistisch activist was, een aannemer en later een intuïtief ontwerper, wiens ‘dingen’ in 1969 te zien waren op een tentoonstelling in het Stedelijk Museum. Rein was de nieuwsgierige en begaafde jongen, die springend van studie naar studie, tussen architectuur, wetenschap en kunst, meer en meer Moshé’s partner werd bij diens onderzoek en ontwerpen.
Zo verschillend als ze waren, ze deelden een bevlogenheid om met verstand en intuïtie de natuur te bestuderen en het spel te spelen dat gaat om het vinden van verbluffende mogelijkheden en oplossingen. Professor Zonnebloem en Lampje, zo luidde een bijnaam van het onwaarschijnlijke duo, dat al snel complexe en grote ontwerp-opdrachten verwierf, zoals het Nederlandse paviljoen op de Wereld Expo in Sevilla, het metrostation Wilhelminaplein in Rotterdam, de renovatie van de Kuip, het inmiddels wereldberoemde lightrail station aan de Haagse Beatrixlaan.
Terugkijken en doorgeven
Het bureau groeide uit tot een bedrijf met zo’n vijftig werknemers en in 2003 voegden zich Rob Torsing en Reinald Top bij de directie. In 2009 trad Moshé, op 72 jarige leeftijd, terug en ging verder met ontwerpen en onderzoeken. En reizen met zijn vrouw Mineke, varen met zijn geliefde motorboot David.
Voor zijn kleinkinderen schreef hij in 2007 een vuistdik geïllustreerd boek, dat een beeld geeft van zijn geschiedenis als nieuwsgierig mens, denker en ontwerper, als man van zijn jeugdliefde Mineke en vader van Dafna en Eliana. Zijn aandacht gaat naar verandering en vooruitgang, naar auto’s en verdwenen spelletjes, naar onderwijs en feminisme, naar huishoudelijke apparaten en mode en de ontwikkeling van de computer. Naar alles wordt gekeken met een intense en betrokken blik, nuchter maar onderzoekend, kritisch en soms met de stellige mededeling dat iets klinklare onzin is. Aan het eind van zijn leven wilde hij zijn manier van kijken en denken, zijn ervaring en herinnering doorgeven aan zijn familie, kinderen en kleinkinderen.
In augustus 2019 hield hij een speech bij de onthulling van een plaquette op Amsterdam CS, waarin het falen van de Nederlandse regering wordt gememoreerd bij de opvang van overlevenden van de Duitse concentratiekampen in 1945 aldaar. Hij zag de plaquette en de ontvangst in de Koninklijke Wachtkamer als bewijs van het bestaan van vooruitgang, ook in menselijke verhoudingen.
Moshé Zwarts was een eigenzinnige Nederlandse architect, een pionier en uitvinder, een opgewekte, soms scherpe en balorige man, die bewogen werd door een grote en leergierige verwondering over de natuur en de menselijke mogelijkheden. Een man met een vrije geest, die een leven lang zijn liefde en nieuwsgierigheid volgde, en onderweg zijn verontwaardiging over domheid en schofterigheid niet stil kon houden. In het groot en in het klein koos hij steeds voor het vergroten van kennis, plezier en vrijheid. Dat gold wat hem betreft niet alleen in het onderzoeken en ontwerpen, maar net zo goed in de maatschappij en in het persoonlijke leven, met familie en vrienden.